Wat is nervus infra-orbitalis neuralgie?

Nervus infra-orbitalis neuralgie is zenuwpijn in dat gedeelte van het aangezicht, wat de Nervus infra-orbitalis verzorgd. Nervus in het latijn betekent zenuw. “Infra-orbitalis” betekent “onder de oogkas”. De linker- en rechterkant van het gezicht hebben beiden een eigen zenuw. De zenuw loopt vanaf de hersenen door een smal kanaaltje/tunneltje onder de oogkas naar het zenuwgebied onder het oog, een deel van de wang, boventanden en bovenkaak.

Symptomen

De klachten komen voor in het gebied wat de nervus infra-orbitalis verzorgd qua gevoel: onder het oog, een deel van de wang, boventanden en bovenkaak.
Dit zijn meestal “neuropathische” pijnsensaties: schietende, stekende, brandende, prikkelende pijn elektrische schokjes en/of tintelingen kunnen voorkomen.
De klachten kunnen continu aanwezig zijn en worden verergerd door aanraking, scheren of bijvoorbeeld door een mondkapje. Soms is aanraking zo onprettig dat eigen haren niet verdragen worden op bijvoorbeeld de wang.

Oorzaken en risicofactoren

Omdat de zenuw door een zeer klein kanaaltje loopt, is deze kwetsbaar. Vaak is er iets voorgevallen waardoor de zenuw onrustig is geraakt: bijvoorbeeld een botbreuk operatie in dat gebied of infectie van de kaakholte. Soms kunnen pijnklachten spontaan ontstaan, zonder duidelijke reden.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van de anamnese (het gesprek met de arts) en het lichamelijk onderzoek.
Aanvullend onderzoek, zoals bijvoorbeeld een CT/MRI-scan, kan nodig zijn op inzicht van de behandelend specialist. De diagnose kan worden bevestigd door een proefblokkade van de zenuw te doen. Hierbij wordt een lokale verdoving direct bij de zenuw geplaatst. Als er pijnvermindering optreedt, bevestigt dit de diagnose.

Behandeling

Medicatie

Zenuwpijn reageert vaak niet op pijnstillers zoals paracetamol of NSAID’s (bijvoorbeeld: Naproxen, Ibuprofen, Diclofenac.).
Er zijn specifieke medicijnen tegen zenuwpijn, uit de groep van de antidepressiva of anti-epileptica, welke de klachten kunnen verminderen. Deze geven meestal pas na enkele weken pijnvermindering. Om bijwerkingen zoveel mogelijk te voorkomen, worden ze langzaam opgebouwd.

Interventioneel

Door een injectie met lokaal verdovend middel, soms in combinatie met ontstekingsremmende medicatie, kan pijnvermindering worden bereikt.
Indien dit goed, maar geen langdurig effect heeft, kan een gepulseerde radiofrequente behandeling (PRF) overwogen worden. In dat geval wordt de zenuw behandeld met stroom-wisselingen, met als doel dat hij “rustiger” wordt. Dit levert geen beschadiging van de zenuw op. De pijn kan de eerste dagen/week na een PRF-behandeling toenemen.
Nadien zal het positieve effect van de behandeling optreden.