Wat is het centraal pijnsyndroom als gevolg van een beroerte?

Pijn na een beroerte noemen we ook centrale pijn. Dit betekent dat de pijn ontstaan is als direct gevolg van schade aan de hersenen. Centrale pijn kan invloed hebben op de kwaliteit van leven. Ook kan het revalidatie in de weg staan en/of lijden tot depressie, angst, slaapstoornissen, medicatie afhankelijkheid en problemen met sociale contacten. Centrale pijnklachten zijn veelal chronisch, ze gaan niet vanzelf over. Naast centrale pijn kunnen mensen na een beroerte ook pijn hebben als gevolg van lokale problemen (zoals schouderpijn, spasticiteit, blijvende hoofdpijn en spier- of gewrichtspijnen).

Symptomen

Patiënten met een centraal pijnsyndroom na een beroerte hebben constante of wisselend aanwezige zenuwpijn in een deel van het lichaam. Het gaat gepaard met afwijkingen in de gevoelswaarneming in het pijnlijke deel van het lichaam zoals: vriezend gevoel, branderigheid, doof gevoel, prikkelingen en tintelingen. Naast spontane pijn kunnen prikkels die normaal geen pijn doen, zoals temperatuur (kou), aanraking en druk, als zeer pijnlijk wordt ervaren. Dit wordt allodynie genoemd. Het gebied van de pijn wordt bepaald door het gebied in de hersenen wat aangedaan is. De pijnklachten doen zich meestal voor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de beroerte in de hersenen plaats heeft gevonden. Klachten kunnen enkel in een klein gebied (bijvoorbeeld de hand) of in een groot gebied (een gehele lichaamshelft) plaatsvinden.

Risicofactoren

De risicofactoren voor een beroerte zijn onder andere ouderdom (aderverkalking), verhoogde bloeddruk, suikerziekte, roken, overgewicht, verhoogd cholesterol gehalte of het familiair voorkomen van een beroerte of infarct. Centraal pijnsyndroom komt voor bij 1-12% van de mensen die een beroerte hebben gehad. Het ontstaat meestal in de eerste 3 tot 6 maanden na de beroerte, maar kan ook 1 tot 10 jaar na de beroerte ontstaan. Naast een beroerte zijn er ook andere mogelijke oorzaken van een centraal pijnsyndroom, zoals: multiple sclerose (MS), ruggenmergschade, trauma of infectie van de hersenen en de ziekte van Parkinson.

Diagnose

De diagnose van een beroerte zal veelal door de neuroloog gesteld worden na een aantal onderzoeken. Als deze vastgesteld is en de patiënt komt met klachten passend bij een centraal pijnsyndroom zal deze diagnose gesteld kunnen worden.

Behandeling

De belangrijkste behandelingen van pijn na een beroerte zijn revalidatie, training in het omgaan met de pijn, gedragstrainingen en psychologische ondersteuning.

Niet Medicamenteus

Het is belangrijk om te leren gaan met deze klachten, en daarbij is vaak adequate ondersteuning nodig. Ook het vermijden van uitlokkende factoren is hierbij essentieel. Ter ondersteuning kan contact met (gespecialiseerde) hulpverleners zoals bijvoorbeeld psychologen en fysiotherapeuten worden gelegd. Er bestaan specifieke revalidatieprogramma’s voor deze pijnklachten, en vaak hebben patiënten hier baat bij.

Medicamenteus

In veel gevallen zijn klachten op basis van centraal pijnsyndroom niet makkelijk te behandelen omdat werking van medicijnen beperkt kan zijn en er al snel bijwerkingen op kunnen treden zoals sufheid, duizeligheid en/of droge mond. Behandeling richt zich daarom op het verminderen van de pijn, niet op het volledig wegnemen ervan. In de praktijk moet vaak uitgeprobeerd worden wat bij u het beste werkt. Dit lijdt meestal tot een combinatie aan medicijnen.
Zowel middelen tegen depressie (bijvoorbeeld amitriptyline en duloxetine) als middelen tegen epilepsie (bijvoorbeeld pregabaline, carbamazepine en gabapentine) hebben een effect op de centrale pijnverwerking in de hersenen en kunnen zo werken tegen zenuwpijnen.
Morfine-achtigen kunnen zenuwpijnstillend werken, echter deze geven een gewenning waardoor ze geen plaats hebben in de langdurige behandeling van pijn na een beroerte.

Interventioneel (alleen in studieverband)

Zenuwstimulatie: Directe behandeling op de hersenen zoals motore cortex stimulatie, diepe brein stimulatie en magnetische stimulatie op het hoofd kunnen ingezet worden als een invaliderende pijn niet op behandeling reageert. Voor deze behandelingen is nog maar beperkt wetenschappelijk bewijs waardoor sommigen tot nu toe alleen in onderzoeksverband mogelijk zijn. Ze kunnen alleen worden toegepast bij specifieke patiënten in multidisciplinaire setting met behandeling door verpleegkundige, psycholoog, gespecialiseerd pijnarts en neurochirurg.

Preventie

Preventie van pijn na een beroerte ligt in de preventie van de beroerte zelf zoals niet roken, gezond eten en voldoende lichaamsbeweging. Klachten van centraal pijnsyndroom zijn helaas niet te voorkomen.