Wat is opioïd geïnduceerde hyperalgesie?

Bij opioïd geïnduceerde hyperalgesie (van het Griekse hyper (veel, hoog) en algos (pijn)) zorgen de medicijnen die pijn moeten verlichten ervoor dat het lichaam meer vatbaar wordt voor pijnlijke prikkels. Bij dit pijnsyndroom ontstaat door het gebruik van sterke pijnstillers (morfine-achtige middelen, opioïden) een versterkt pijngevoel door een pijnlijke prikkel, of zelfs door een niet-pijnlijke prikkel.

Symptomen

Opioïd geïnduceerde hyperalgesie kan soms lastig te onderscheiden zijn van toename van pijn om een andere reden. Dit komt omdat de sterke pijnstillers die dit syndroom veroorzaken ook worden gebruikt om hevige pijn te bestrijden. Een aantal specifieke kenmerken zijn echter vaak aanwezig:

  • Het verhogen van de dosering opioïden voor het behandelen van de pijn, heeft géén effect op de pijn of verergert zelfs de pijn.
  • Er is sprake van uitgebreide, moeilijk te omschrijven pijn. Het kan vaak lastig zijn om het karakter (stekend, brandend, bonkend etc.) te omschrijven. Daarnaast is vaak sprake van pijn op een andere plek dan de pijn waar de pijnstillende medicatie initieel voor is gegeven.
  • Er is sprake van een verhoogde gevoeligheid voor pijnlijke prikkels, bijvoorbeeld een hevige reactie op een speldenprik (hyperalgesie)
  • Er kan sprake zijn van een pijnlijk gevoel als reactie op een prikkel die normaal gesproken niet pijnlijk is, bijvoorbeeld een pijnlijke reactie op aanraking of temperatuur (allodynie)

Oorzaken

Opioïd geïnduceerde hyperalgesie wordt veroorzaakt door veranderingen op moleculair niveau in de hersenen en het ruggenmerg (het centrale en perifere zenuwstelsel). Het precieze mechanisme dat opioïd geïnduceerde hyperalgesie veroorzaakt, is nog niet helemaal bekend en wordt nog onderzocht. De hypothese is dat opioïden een bepaalde andere receptor in het zenuwstelsel (de NMDA-receptor) activeren, wat leidt tot een toename van prikkelsignalen na een pijnprikkel. Daarnaast lijken opioïden een effect te hebben op het vermogen van de hersenen om pijn in het lichaam te reguleren.

Risicofactoren

De risicofactoren voor het ontstaan van opioïd geïnduceerde hyperalgesie, hebben te maken met het soort middel en de manier waarop het gebruikt wordt. Het risico op het ontstaan van opioïd geïnduceerde hyperalgesie neemt toe met een hogere dosering en de duur van het gebruik. Daarnaast is opioïd geïnduceerde hyperalgesie niet bij alle opioïden aangetoond, tot op heden is dat vooral bij middelen die een zeer sterk effect hebben en/of langdurig gebruikt worden.

Diagnose

De diagnose opioïd geïnduceerde hyperalgesie is een zogenaamde klinische diagnose, wat inhoudt dat deze wordt gesteld aan de hand van de klachtenpresentatie van de patiënt en de omstandigheden waarin de patiënt verkeerd. Er is géén (bloed)test of scan om de diagnose aan te tonen. Opioïd geïnduceerde hyperalgesie kan lastig te onderscheiden zijn van tolerantie (verminderde gevoeligheid) voor opioïden, of van toename van de pijn door een andere oorzaak (bijvoorbeeld progressie van de onderliggende ziekte). De eerste stap is daarom in veel gevallen om de pijn te behandelen door de dosis opioïden te verhogen. Als dit onvoldoende effect heeft, of ondanks de hogere dosis de pijn juist verergerd, kan aan opioïd geïnduceerde hyperalgesie gedacht worden.

Behandeling

Wanneer gedacht wordt aan opioïd geïnduceerde hyperalgesie, is de voornaamste behandeling om de opioïden af te bouwen en te vervangen voor een ander soortgelijk middel (opioïd-rotatie). In veel gevallen is methadon hiervoor het meest geschikte middel, omdat dit een opioïd is dat ook op de NMDA-receptor werkt. Vaak neemt de pijn af na het wisselen van medicatie, waardoor de pijnstillende medicijnen ook verder afgebouwd kunnen worden.
Naast het wisselen van de opioïden kunnen andere medicijnen (bijv. anti-epileptica of lokale anesthetica), die op een andere manier een pijnstillend effect hebben, ook een aanvullende rol spelen in het behandelen van pijn door opioïd geïnduceerde hyperalgesie.

Preventie

De belangrijkste manier om opioïd geïnduceerde hyperalgesie te voorkomen, is om verminderde effecten van de behandeling met opioïden vroegtijdig te herkennen. Het is daarom belangrijk om bij het behandelen van (chronische) pijnklachten het effect van de therapie met opioïden goed te monitoren. Daarnaast kan het risico op het ontstaan van opioïd geïnduceerde hyperalgesie beperkt worden, door de behandelduur met opioïden te beperken en snelle ophogingen van de dosis opioïden te voorkomen.