Wat is het Grote Trochanter PijnSyndroom

Het grote trochanter pijnsyndroom (GTPS) is een chronisch pijnsyndroom uitgaande van de buitenkant van de heup (de grote trochanter). Het komt ongeveer bij 10-25% van de totale populatie voor.
Vroeger werd dit vaak een slijmbeursontsteking van de heup (bursitis trochanterica) genoemd. Inmiddels weten we dat er meer oorzaken zijn die deze pijn kunnen veroorzaken. Daarom wordt er steeds vaker gesproken over GTPS.

Symptomen

  • Pijn aan de buitenzijde van de heup
  • Gevoeligheid bij aanraking
  • Pijn bij extreem draaien, of naar binnen/buiten bewegen van de heup
  • Pijn bij heup bij beweging naar buiten tegen een weerstand
  • Atypische uitstralende pijn vanuit buitenzijde heup tot halverwege bovenbeen.

Oorzaken

  • Slijmbeursontsteking (bursitis trochanterica): er zijn meerdere slijmbeurzen in de heup die geirriteerd kunnen raken en daardoor pijn veroorzaken.
  • Peesirritatie: op de trochanter major (deel van bovenbeenbot) hechten zich vijf verschillende spieren vast. Daarnaast lopen er ook nog een aantal spieren overheen. Door o.a. verkeerde belasting, wrijving, verkalking kunnen deze spieren/pezen geprikkeld worden en pijn veroorzaken.
  • Exostosen: uitstulpingen van bot die langzaam kunnen groeien; doordat pezen/spieren hierover heen schuren raken ze geïrriteerd en pijn veroorzaken.

Risicofactoren

De volgende risicofactoren kunnen aangewezen worden:

  • Obesitas
  • Geslacht: bij vrouwen komt het vaker voor dan bij mannen
  • Anatomische verhoudingen van het bekken
  • Leeftijd (m.n. tussen 40-60 jaar)
  • Overbelasting, bij sporters zoals hardlopers, voetballers en dansers
  • Lage rugpijn
  • Beenlengteverschil
  • Platvoeten


Verder zie je dat GTPS vaker voorkomt bij patiënten met die bekend zijn met reumatische klachten, lage rugpijn of eerder operaties hebben gehad aan de heup/been.

Diagnose

Functioneel onderzoek van de heup leidt tot de diagnose GTPS. Hierbij wordt ook naar de rug/bil/been gekeken om de interactie van de verschillende gewrichten/spieren/pezen in kaart te brengen.
Aanvullend onderzoek is veelal niet noodzakelijk. Het kan zijn dat de arts het nodig acht andere oorzaken uit te sluiten (zoals slijtage van de heup). In dat geval kan het zijn dat er een röntgenfoto, een echo of een MRI gemaakt wordt van de heup.

Behandeling

  • Behandeling van eventuele risicofactoren/geassocieerde ziekten, die een rol spelen bij het ontstaan van GTPS.
  • Een groot gedeelte van de patiënten met GTPS kan worden behandeld met fysiotherapie voor behandeling van spier/pees overbelasting. Tevens kan er ook gekeken worden naar noodzakelijke aanpassingen van schoenen en kan het looppatroon geanalyseerd worden.
  • Er kan gestart worden met medicatie, vaak is dit een combinatie van paracetamol en NSAID’s (ontstekingsremmende pijnstilling). Indien dit onvoldoende helpt, kan er besloten worden tot een lokale injectie met corticosteroiden. Dit wordt vaak door de huisarts gedaan.
  • Bij verwijzing naar het pijncentrum vindt er een multidimensionele evaluatie plaats waar gekeken wordt naar meerdere aspecten. Indien nodig kan er echogeleid lokale injectie met corticosteroïden gecombineerd met lokale verdovingsmiddelen uitgevoerd worden.
  • In selectieve gevallen kan het noodzakelijk zijn om de orthopeed te consulteren voor eventuele operatieve behandeling. Bijvoorbeeld bij volledige scheur van een bepaalde spier of een extra uitsteeksel van bot (exostose) waardoor de spieren/pezen extra geprikkeld raken.