Wat is Gordelroos/Herpes Zoster?

Gordelroos ofwel herpes zoster is een aandoening gekenmerkt door een eenzijdige, begrensde, bandvormige huiduitslag met blaasjes en pijnklachten daarvan veroorzaakt door een virusinfectie met het varicella zoster virus. Herpes zoster komt vooral voor bij oudere patiënten of mensen met een verminderde afweer (bijvoorbeeld HIV-patiënten, na een niertransplantatie).

Wat is postherpetische neuralgie?

Aanhoudende pijnklachten in het eerder geïnfecteerde gebied wordt een postherpetische neuralgie genoemd.

Symptomen

Patiënten met gordelroos hebben eenzijdige klachten in een beperkt huidgebied, waarvan de verzorgende zenuwknoop geïnfecteerd is met het virus. Dit kan op diverse plaatsen in het lichaam voorkomen, maar komt het meeste voor op de romp.
In het aangedane huidgebied ontstaan pijnklachten en een huiduitslag met blaasjes. Bij 75% van de patiënten ontstaat eerst pijn voordat de blaasjes en huiduitslag ontstaan. Daarnaast omschrijven patiënten vaak tintelingen, een veranderd gevoel van de huid of jeuk, maar ook algehele malaise, koorts en hoofdpijn kunnen voorkomen.
Na genezing van de blaasjes en de huiduitslag kunnen de pijnklachten in hetzelfde gebied (en soms wat omringende gebieden) blijven bestaan. Dit wordt postherpetische neuralgie genoemd. De pijnklachten worden door patiënten vaak omschreven als hevige, scherpe, schietende, zeurende, brandende of jeukende pijn. Soms kan een veranderd gevoel ervaren worden of een onaangenaam pijnlijk gevoel bij aanraking, afdrogen of bijvoorbeeld het dragen van kleding.

Oorzaken

Een herpes zoster infectie wordt veroorzaakt door het varicella zoster virus. Dit virus veroorzaakt bij kinderen de waterpokken. Na genezing van de waterpokken, trekt het virus zich terug in zenuwknopen. Bij het ouder worden, neemt de afweer tegen de virusinfectie af en kan op een gegeven moment het herpes zoster virus de afweer overwinnen. Als het virus weer actief wordt, treedt een herpes zoster infectie op.

Het precieze mechanisme van het ontstaan van een postherpetische neuralgie is niet geheel duidelijk. De schade aan sensibele zenuwen na de ontstekingsreactie en veranderingen in het ruggenmerg en centrale zenuwstelsel spelen zeer waarschijnlijk een rol hierin.

Risicofactoren

Het risico op gordelroosinfectie wordt groter bij toenemende leeftijd en ook bij patiënten met een verminderde afweer hebben een groter risico.

Risicofactoren voor het ontstaan van postherpetische neuralgie zijn oudere leeftijd, hevigere acute pijn, ernstigere huiduitslag en mogelijk bij patiënten met een verminderde afweer.

Diagnose

Als de typische huiduitslag met blaasjes aanwezig zijn, is de diagnose gordelroos eenvoudig te stellen op basis van het klachtenpatroon en lichamelijk onderzoek.
De diagnose postherpetische neuralgie wordt tevens gesteld op basis van klachten en lichamelijk onderzoek.

Preventie

Op dit moment wordt vaccinatie tegen herpes zoster alleen aanbevolen voor personen van 60 jaar en ouder en in bepaalde risicogroepen (bijvoorbeeld bij verminderde afweer of zwangeren).

Behandeling

Herpes zoster:

Meestal treedt na 2 tot 4 weken spontane genezing op.
De meerderheid van de patiënten zal worden behandeld via de huisarts met antivirale middelen en pijnstillers. Sommige patiënten worden verwezen naar een pijnspecialist in verband met moeilijk behandelbare hevige pijn. Er wordt dan beoordeeld of de patiënt baat zou kunnen hebben bij een interventionele behandeling voor de pijnklachten, waarbij een ontstekingsremmend middel (corticosteroïden) toegediend kan worden. Als de pijn in het hoofd zit, is een zenuwblokkade niet mogelijk.

Postherpetische neuralgie:

Medicamenteuze behandeling is vaak de eerste stap in de behandeling, waarbij middelen tegen zenuwpijn (bijvoorbeeld anti-depressiva of anti-epileptica) effectieve middelen zijn.
Lokale medicamenteuze therapieën kunnen eveneens een goed effect hebben, bijvoorbeeld lidocaïne crème (verdovend middel) of een behandeling met capsaïcine.
Transcutane electro neuro stimulatie (TENS) is een mogelijk effectieve behandeling, waarbij door middel van elektrische signalen via een pleister geprobeerd wordt de zenuwen te beïnvloeden en de pijn te verminderen.
Als dit allemaal niet voldoende helpt, kan een zenuwwortelblokkade overwogen worden.
Ook kijkt de pijnspecialist of er andere behandelopties zijn, zoals fysiotherapeutische begeleiding of cognitief-gedragsmatige therapie.