Het zenuwstelsel

Hoe kan het dat je pijn voelt? Daarvoor moeten we kijken naar hoe het zenuwstelsel is opgebouwd. Het zenuwstelsel bestaat uit een tweetal 'systemen':

  • het centrale zenuwstelsel (met de hersenen en het ruggenmerg)
  • het perifere zenuwstelsel met:
    • een somatisch deel(met sensorische ('gevoels-') en motorische ('bewegings-')zenuwen
    • een autonoom deel (ook wel visceraal of vegatatief). Dit deel regelt de lichaamsfuncties die je niet zelf aanstuurt, zoals zweten en doorbloeding.

Het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggemerg) is de centrale processor terwijl het perifere zenuwstelsel zich uitspreid over het hele lichaam om signalen uit sturen en op te vangen.
Als je een pijnprikkel voelt, voel je deze met de sensorische zenuwen. Deze sturen dan een signalen door naar de hersenen. De hersenen sturen dan signalen terug naar de spieren om te bewegen (bijvoorbeeld je hand wegtrekken van een kokende waterketel).

Pijn begint dus bij de zenuwen.
Denk nog eens aan dat je je hand verbrandt aan de kokende waterketel. Hoe weet het zenuwstelsel dat dit anders is dan het zachte zand dat op het strand ligt? Er zijn verschillende typen zenuwen die op verschillende dingen reageren; sommige zenuwen reageren op druk, andere op warmte en anderen dus weer op letsel (pijn). Dat laatste type zenuw noemen we een nociceptor. Elke zenuw stuurt zijn eigen chemische stofje naar het centrale zenuwstelsel, waardoor je hersenen uiteindelijk weten wat er aan de hand is. Dit gebeurt heel snel (fractie van een seconde).

Het ruggenmerg: de bemiddelaar

Je ruggenmerg is een verzameling van zenuwbundels die de hele tijd door allerlei signalen van en naar de hersenen sturen, als een soort snelweg van motorische en sensorische signalen. Toch doet het ruggenmerg iets meer dan berichtjes rondsturen, het kan ook op zichzelf beslissingen nemen. Deze “beslissingen” worden reflexen genoemd; bijvoorbeeld het wegtrekken van je hand als je de kokende waterketel raakt.
Een gebied in het ruggenmerg, genaamd de dorsale hoorn, functioneert als een informatiecentrum, waar inkomende signalen direct gestuurd worden naar de hersenen maar ook terug naar het ruggenmerg van het aangedane gebied. De hersenen hoeven je niet te vertellen dat je je hand moet terugtrekken van de waterketel want de dorsale hoorn heeft dit bericht reeds gestuurd.

Pijn is meer dan enkel een prikkel en een reactie hierop. Het wegtrekken van je hand van de hete ketel betekent niet dat het probleem opgelost is. Ook al is je hand maar een klein beetje verbrand, de huid zal toch moeten genezen. Hierbij hebben de hersenen ook tijd nodig om te begrijpen wat er gebeurd is; vaak heb je je hand al weggetrokken voordat je pijn voelt en snapt dat je hand de hete ketel raakte. De pijn wordt in je geheugenbibliotheek van je hersenen opgeslagen samen met de emoties die geassocieerd worden het aanraken van een hete ketel.
Als het pijnsignaal de hersenen bereikt, gaat deze naar de thalamus. Deze stuurt het signaal weer door naar verschillende hersenengebieden voor verwerking. Deze gebieden zoeken uit waar de pijn vandaan komt en vergelijkt deze met andere soorten pijn die ze al kennen.
Ook worden vanuit de thalamus signalen gestuurd naar het limbische systeem (het emotionele centrum van de hersenen). Of je moet huilen door pijn, wordt door het limbische systeem bepaald.