Wat is SI-gewrichtspijn?

SI-gewrichtspijn is een vorm van lage rugpijn, bij ongeveer 16 tot 30 % van alle patiënten is het sacro-iliacaal gewricht, oftewel SI-gewricht, de oorzaak van de klachten. Het SI-gewricht is een vrij star gewricht tussen het heiligbeen en het bekken. De pijn kan veroorzaakt worden door problemen in of buiten het gewricht. Door aanhechting van veel spieren, pezen en banden is het gevoelig voor overbelasting. Echter, vaak is er geen specifieke oorzaak te vinden.

Symptomen

Bij de meeste patiënten zit de pijn in de bilregio en/of de lage onderrug. De pijn zit vaak maar aan één kant, maar kan ook aan beide kanten voorkomen. Bij ongeveer 1/3 van de patiënten kan de pijn uitstralen naar het bovenbeen en soms tot in de voet. Daarnaast kan het soms uitstralen naar de lies. De klachten worden meestal uitgelokt door lang zitten, lang staan en slenteren.

Risicofactoren

Risicofactoren voor het krijgen van sacro-iliacale gewrichtspijn zijn bijvoorbeeld een verschil in beenlengte, een abnormaal looppatroon, scoliose, een operatie aan de onderrug (vastzetten aan het heiligbeen), zware lichamelijke inspanning of een zwangerschap.

Diagnose

Er is niet één test die met zekerheid kan aantonen dat de klachten komen van het SI-gewricht. De diagnose wordt gesteld op grond van beschrijving van de klachten en aan de hand van verschillende pijn-provocatietesten voor het SI-gewricht. Er moeten drie van vijf of zes provocatietesten positief zijn om te kunnen spreken van SI-gewrichtspijn. In uitzonderlijke gevallen wordt een MRI-scan gemaakt om een andere oorzaak uit te sluiten.

Behandeling

In eerste instantie wordt geadviseerd om de klachten te behandelen met pijnmedicatie (zoals ibuprofen of diclofenac) in combinatie met oefentherapie. De oefentherapie is er op gericht om de mobiliteit van het SI-gewricht te verbeteren en om de rugspieren te versterken.
Als deze therapieën onvoldoende effect hebben, kan er een lokale injectie in het SI-gewricht gegeven worden. Hierbij wordt een combinatie van een lokaal verdovingsmiddel en een ontstekingsremmer toegediend, wat in veel gevallen een goed effect heeft gedurende 6 maanden tot 1 jaar. Deze wordt behandeling wordt echter niet meer vergoed door de verzekeraar. Uw pijnarts zal samen met u de voor- en nadelen van de behandeling afwegen.